Vandaag bleef ik voor het grootste deel van de dag in bed, omdat ik last had van hoofdpijn die ik pas laat in de namiddag kon identificeren als een nieuwe migraine-aanval. De tweede op een paar weken tijd alweer, en naar de oorzaken van deze opflakkering heb ik voorlopig het raden. Algemene malaise wellicht, en een vermoeidheid die maar moeilijk wijkt. Nochtans was de afgelopen week niet zo heel verschrikkelijk: ik heb wat gelezen en geschreven. Een paar keer zelfs gestofzuigd, wat voor mij betekent dat ik in zeer goede doen ben.
Laat in de namiddag een tweede keer opgestaan en omdat lezen er niet direct inzat heb ik naar Lost Highway gekeken. Ik denk niet dat ik de film nog terug heb gezien, nadat ik hem halverwege de jaren negentig in de cinema zag. In mijn herinnering in de Sphinx met J., maar dat kan ook een hersenspinsel zijn van mij.
Ik merkte dat ik van bij het begin verschillende malen moest denken aan Tarantino, eigenlijk van bij de begingeneriek al. De typografie en de wegsnellende snelweg, daar heeft Tarantino heel wat mosterd van gegeten voor zijn later werk me dunkt. Death Proof, bijvoorbeeld.
Dat Lost Highway draait rond een Femme Fatale, gespeeld door Patricia Arquette, was ik ook al vergeten. Wat ik me nog voornamelijk van Lost Highway was bijgebleven is die griezelige scène waarin een vreemde en wit geschminkte man op een feestje beweert dat hij tegelijkertijd ook ergens anders is, namelijk in het huis van een koppel dat video-opnames toegestuurd krijgt van hun huis en hun slaapkamer terwijl ze in bed liggen te slapen. Verder is de film erg Lynchiaans natuurlijk: de Femme Fatale wordt ontdubbeld in een blonde en een bruine versie, iets wat hij later ook nog zal doen in Mulholland Drive. Het thema van de stiekeme video-opnames zien we trouwens terugkeren in het evenzeer verontrustende Caché van Haneke. Juliette Binoche en haar drie standaard gezichtsuitdrukkingen spelen daarin de hoofdrol.
De brunetteversie van Arquettte wordt vermoord door haar man, de blondineversie strikt in haar netten een onschuldige automecanicien die ze zover krijgt een overval te plegen op een pooier. Dan kunnen ze samen weglopen, belooft ze hem. De zon en het geluk tegemoet. Zover komt het natuurlijk nooit, en er volgen ook nog enkele persoonswissels tussen de echtgenoot en de mecanicien.
Wat me ook opviel is hoe sterk er met die mannelijke blik naar die vrouw wordt gekeken, een en al fetisj en knipogen naar de Hollywoodglamour van de jaren 40. De geest van Gilda en Rita Hayworth waart hier sterk rond. Ik snap waarom ik er als prille twintiger van onder de indruk was, maar ik zou het nu niet meer zijn. Denk ik.
