Deze morgen begon goed. Ik werd stilletjes wakker voor de wekker afging, en ik was nog behoorlijk uitgeslapen bovendien. De onrust in mij stak niet direct de kop op en daarna paste ik zonder moeite in een pas gewassen broek. Ik zette het glasafval buiten en toen viel de voordeur in het slot. Dat mocht, want vooruitziend als ik ben om kwart over zeven ’s morgens had ik natuurlijk de sleutel van de voordeur in mijn broekzak gestoken. Een huis of twee verder doorzocht een man op een fiets de glasbakken van mijn buren, op zoek naar statiegeld. Mijn bakken laat hij links liggen, wellicht uit eerlijke schaamte. Of misschien weet hij al dat ik mijn statiegeld flessen bijhoud en zelf naar de winkel terugbreng. Ik ben een gierige pin, bedenk ik nu. Alhoewel, meestal geef ik het retributieticket voor het statiegeld dat ik bij de plaatselijke supermarkt uit de automaat haal af aan de vaste bedelaar. Bij wijze van compensatie voor al die keren dat ik niets geef. De cirkel is weer rond.
Nog een kop koffie en slechts 12 minuten later dan ik had voorzien vertrek ik naar het werk. Vlak voor ik de autostrade oprijd begint het nieuws van 8 uur en ik zet verder koers naar het Westen. De actualiteit glijdt aan me voorbij en de dageraad breekt door. Op die grauwe, platgereden autostrade die aan beide kanten wordt afgezoomd door banale Vlaamse weiden ontvouwt zich aan de hemel een onvoorstelbare kleurenpracht. Het dromerigste pastelblauw wisselt af met het schoonste roze ooit door mensenogen aanschouwd. Waar de hemel de aarde raakt het roestbruin van struiken en bomen in de herfst. Het is dat ik alweer het toegestane maximale beginuur overschrijd waarop ik moet beginnen werken, of ik zette mijn auto aan de kant om ongestoord van het hemelse schouwspel te genieten.
De rest van de dag loopt over een hobbelig parcours, en niet enkel voor mij. Het is al helemaal donker op het moment dat ik de parking verlaat. Bijna kan ik live het bijna vallen van de regering volgen op de radio. Thuis wordt ik begroet door de poes die vleiend langs mijn benen loopt, in de hoop op een lekker hapje.
