Het was een korte, onrustige nacht met rare dromen en af en toe wakker liggen. Mijn nek en mijn schouders zitten muurvast dus ik begin de dag met een lange hete douche in de hoop om alles wat losser te krijgen. Daarna installeer ik me in de zetel en begin wat te werken, een repetitief klusje waar ik toch mijn hoofd moet bijhouden zodat ik mij daarop kan concentreren. Het helpt, de ontreddering trekt weg, er komt weer wat ruimte om te ademen en te ontspannen.
Mijn dochter stuurt me grappige berichtjes over één of andere conferentie die ze moet bijwonen voor haar studies. Op afstand natuurlijk, of wat dacht je? Ik stuur haar een selfie met de kat die naast me ligt te maffen.
Mijn gedwongen nieuwe levensstijl neemt op dit moment veel mentale bandbreedte in. Iedereen neemt filmpjes op van zichzelf: voorlezend, zingend, grappen vertellend, of spelend op één of ander instrument. Het kan er bij allemaal niet meer bij. Het is me een raadsel hoe al die andere mensen zich kunnen concentreren op al die webinars, online summits en virtuele ronde tafels waar ik voor uitgenodigd wordt. Of de dikke pillen en klassiekers waar men nu in begint, ik ben al blij als ik ’s avonds een bladzijde of twee gelezen krijg. Die ik de volgende avond sowieso opnieuw moet doornemen als ik nog wil weten waarover het ging. Ik ben nooit iemand geweest die bijzonder planmatig te werk ging, ik dolde maar wat door de dag en zag wel waar en wat ik at en wie ik zag of niet. Plots moet ik boodschappen doen voor weken ver en moet ik nadenken over de noodzakelijkheid van de aanschaf van wc-papier of een pak spaghetti. Dertig keren mijn handen wassen, niet aan mijn gezicht komen tijdens het winkelen.
Ik volg het nieuws, niet om me te informeren, wel om gerustgesteld te worden. Ik kan jullie wel al verklappen dat dat laatste niet lukt. Ik staar naar tabellen en grafieken, hoor cijfers en percentages en probeer me op basis daarvan een voorstelling te maken van het leven binnen enkele weken of maanden. Wat als Vietnam stopt met rijst uitvoeren? Wat als er in de VS een burgeroorlog uitbreekt? Wat als er in het VK straks mensen sterven op straat en heel het systeem instort als het zielige kaartenhuis dat het is?
Een vriend die in de buurt woont zet een flesje zelf gebrouwen bier af aan de voordeur. We maken een praatje, op veilige afstand van elkaar. In andere tijden zou hij zijn binnengekomen en hadden we samen naar de hof gekeken. Ik zou hem gevraagd hebben of hij stekjes wou, eens ze er waren. We zouden samen een pintje drinken en hartelijk afscheid nemen. Nu blijf ik in het deurgat staan en zwaai eens van ver.
Moet ik nu dat flesje bier ontsmetten voor ik het open trek?
