Zondag 19 april

Het is de laatste dag van de paasvakantie – of wat daarvoor moest doorgaan – dus ik heb flink gewerkt voor school. Komende dinsdag geef ik aan de eerstejaars Communicatiemanagement een workshop die hen iets moet bijbrengen over een digitale marketing strategie. Dat is een topic dat ik met moeite en zelfs niet met handen en voeten uitgelegd krijg aan mijn eigen studenten. Het is een vluchtig begrip en het ene concrete voorbeeld is niet toe te passen op een andere casus. Uiteindelijk zal de fictie redding moeten brengen, zoals gewoonlijk. Ik laat hen kijken naar Brexit, The Uncivil War met een deze keer hoogst onsexy Benedict Cumberbatch in de hoofdrol. De fictie doet in deze wellicht onder voor de vuile realiteit van de valsspelerij van de echte Brexit-saga en de manier waarop sociale media werden ingezet om desinformatie te verspreiden.

Toen ik mijn concept bedacht lag Corona nog niet op de loer en had ik een heus auditorium gereserveerd voor hen en zou ik geprobeerd hebben om toch wat debat los te weken achteraf. Over het kaal hoofd van Cumberbatch bijvoorbeeld. Nu moet het met een droge vragenlijst en moet ik allerlei krachttoeren bedenken om te verhinderen dat men naarstig de antwoorden van die ene slimme vriend kopieert.

Elke vorm van normaliteit lijkt lichtjaren geleden en of en wanneer we er ooit naar terugkeren is voor mij op dit moment moeilijk voor te stellen. Ik lees in de krant dat De Crem vrijdag duidelijkheid zal scheppen over trouwfeesten. We liggen er op zich niet wakker van, we hebben nog wel even tijd.

’s Avonds maken we een wandelingetje in de buurt. De zon schijnt nog even en ik schud het stof van mijn schouders. We stappen langs het eenzame station dat in tijden als deze nog minder reizigers kan begroeten dan anders. Een stuk braakliggend veld dat de ambitieuze titel ‘park’ kreeg toebedeeld. Er staan moestuinbakken die nu leeg moeten blijven, een schommel hangt doelloos aan een boom in de avondzon. Op de geïmproviseerde bank getuigen een aantal lege bierblikjes van een illegale samenscholing. In de lucht zwerven miljoenen pluizen en pollen. Het is lente.

Mijn lief en ik trachten ons een voorstelling van de zomer te maken. Waar zullen we naartoe kunnen? Een museum of een filmzaal? We betwijfelen het hardop. Gezellig iets drinken of eten op een terras of in een restaurant lijkt ons helemaal uit de kwestie. We weten niet of we het zouden willen. Zonder veel animo klik ik af en toe op een advertentie om stoffen mondmaskers te kopen, al dan niet met een leuke print. Ik heb er bijzonder weinig zin in, al besef ik dat het misschien zal moeten binnenkort.

Het leven nu vergt meer planning en coördinatie, elke vorm van impulsiviteit en spontaniteit is ondertussen doodgebloed. Je neemt niet langer zorgeloos de fiets, de trein, de auto om ergens heen te gaan en te flaneren. ’s Morgens je huis verlaten om ’s avonds terug te keren na een dag vol kleine avonturen en belevenissen is er niet meer bij.

En dat mis ik nog het meest.

Brexit

Plaats een reactie