HET RESTAURANT

Op den duur word je alles beu, zo bedacht ik me vandaag. Zelfs de afhaalmaaltijden uit een goed restaurant, zelfs elke dag champagne drinken, zelfs elke dag in een hotel logeren dat vijf sterren telt, zelfs het hele jaar door goed weer en aangename temperaturen. Maar goed dat we op een bepaald moment doodgaan, anders zouden we ons gewoon te pletter vervelen. Zoals de vampiers, die blijven eeuwig leven en moeten dan maar op zoek naar steeds weer andere en extremere kicks.

Wat voorlopig niet verveelt, dat is de serie ‘Het Restaurant’ op Netflix. Mijn man bleef dat maar voorstellen toen we ons weer eens afvroegen wat er te bekijken viel en ik hield eerst de boot af. De zoveelste reeks over een getroebleerde chef-kok met een veel te groot ego en een te klein pietje, nee bedankt. Maar ik was mis, blijkbaar. Het is een Zweedse serie die zich afspeelt vlak na de Tweede Wereldoorlog. In een restaurant, dat is waar. En er is in het begin ook een getroebleerde chef-kok met een veel te groot ego, maar dat blijft gelukkig niet duren. En verder zal ik er niet te veel meer over zeggen, kwestie van jullie kijkplezier niet te vergallen.

Wat mij over het algemeen ook vreselijk verveelt, dat zijn series, boeken of films over ‘den oorlog’. Er zijn de goeie, er zijn de slechte, er is een held en af en toe een heldin. Af en toe zit er een goeie tussen de slechte en vice versa. En uiteindelijk verliezen de Duitsers. Einde.

De naoorlogse periode is – toegegeven – een tikje minder heroïsch. Maar wat mij betreft veel interessanter en ook nog veel minder geëxploreerd. Het blijft me boeien, hoe we op dit continent in minder dan 40 jaar van relatieve armoede naar ongebreidelde rijkdom en comfort zijn gekatapulteerd. De spanwijdte van de serie reikt dus van 1945 tot ongeveer begin jaren ’70 en behandelt op quasi achteloze wijze zaken zoals racisme, holebi’s, seksisme, sociale mobiliteit en elk ander woke thema dat je je ongeveer voor de geest kunt halen. Maar zonder drammerig te zijn of te vervallen in al te voor de hand liggende personages en situaties.

Op dit moment zitten we ergens in de jaren ’60 en de studenten bereiden zich voor op de revolutie. De arbeidende klasse zit er precies niet op te wachten, maar weten zij veel. Er wordt geciteerd uit Mao’s rode boekje alsof het een bijbel was. Dat was het natuurlijk ook, voor een tijdje en in bepaalde kringen. Maar ondertussen blijft alles voornamelijk hetzelfde: de vrouwen moeten de afwas doen terwijl de mannen grootse plannen smeden.

Ook leuk: het Zweeds. Zangerig en voor een West-Vlaming uiteraard grotendeels verstaanbaar. Soms zijn er wel betekenisverschuivingen. Trut betekent bij hen gewoon ‘moe’, bijvoorbeeld. En ‘kalle’ is daar een voornaam, maar verder? We zie wiender wree goed te verstoan!

Voor wie het West-Vlaams of het Zweeds niet machtig is, er zijn ondertitels voorzien. Dus wie zich nog eens verveelt: Het Restaurant zal je voor een tijdje redden van het grote niets.

Plaats een reactie