HOTEL NOSTALGIA

De lente stokt een beetje, de kou bijt nog venijnig in half ontblote kuiten. Afgelopen weekend in Luik zag ik moedige meisjes met een streepje blote buik door het straatbeeld paraderen en ik kreeg kippenvel in hun plaats. Ooit was ik zoals zij en was kledingcomfort iets voor bomma’s of mijn ouders. Liever liet ik mijn oortjes bevriezen dan dat ik een lelijk gewaande muts opzette.

We gingen naar Luik omdat het onlangs de vijftigste verjaardag van mijn man was geweest en ook wel omdat ik vond dat het lang genoeg geleden was dat we nog eens op hotel waren geweest. Het buitenland is op dit moment niet aan de orde en in Luik was ik nog maar een halve keer geweest of zo. Dus ik boekte een kamer en de belofte aan onweerstaanbare roomservice de hele dag door. Veel deden we niet. We aten een hotdog (mijn man at er twee) en die bevielen hem maar matig. We slenterden door een museum dat was ondergebracht in een oud zwembad en dat deed ons denken aan La Piscine in Roubaix.

Ik nam een bad en de volgende dag nog één. Ik zag de Boulevard d’Avroy en de Place Léonard, die je vroeger voor veel geld kon kopen in Monopoly. Ik las een boek, ik zag een film op TV, mijn man las zijn boek en viel in slaap in het grote bed. We stonden pas op toen we helemaal uitgerust waren en gingen toen nergens naartoe. Tien kilometer later waren we terug in ons tijdelijke huis. Het station van Calatrava is mooi, maar zijn bouwwerken in Valencia zijn mooier, lichter, exotischer, speelser. Het kan ook zijn dat ik dat ik me dat graag zo wil herinneren natuurlijk.

Hoe tot voor kort achteloos en onbezonnen reisden, de trein op, het vliegtuig in en dan in de metro. Hoe gewoontjes het was om te fietsen in Valencia, een marathon te lopen langs de kust van Amalfi (niet ik, mijn toenmalige lief dat niet echt een lief was), spomeniks op te sporen in het voormalige Joegoeslavië, festivals te bezoeken in Portugal en even het kanaal over te steken om London of Brighton te bezoeken.

Misschien is het niet eens zo slecht dat op dat vlak even de pauzeknop is ingedrukt en dat een modale hotelkamer in Luik met een ontbijtbuffet op zondagmorgen weer heel speciaal wordt. Ik weet het wel, het klinkt een beetje wereldvreemd. Want er zijn mensen die niet kunnen reizen of toch niet verder dan een stacaravan in Wenduine en voor wie deze periode armoede of een andere soort van ellende betekent. Maar absence makes the heart grow fonder, zoals de wijsheid zegt. Ondertussen halen we herinneringen op aan Hotel Esplanade in Zagreb waar we ons even oude adel konden wanen. Of aan dat andere hotel in de buurt van Ravenna, waar het toen loeiheet was, maar de mozaïeken schitterden alsof ze net gepoetst waren.

Alleen naar Zweden, daar willen we niet heen. Er is daar niets te doen, zegt mijn man. En daarbij; ze eten daar rotte haring, voeg ik er aan toe.

Plaats een reactie