Gisteren zei mijn man plots “schatje, het is onze verjaardag!”. En verhip, het was wel degelijk 18 april. Waarom precies deze dag onze verjaardag is, ga ik niet aan jullie lieftallige neusjes hangen. Maar gisteren, dag op dag, waren we dus precies negen jaar samen. Normaal gezien zou het zelfs onze eerste huwelijksverjaardag geweest zijn, als dat verdomde virus daar geen stokje voor had gestoken.
Mijn man zat in de zetel, gisteren, omdat er weer eens naar de koers gekeken moest worden. Hij had er zelf ook al een fietstocht op zitten, naar het pittoreske Zelzate langs de toeristische route die de R4 nu eenmaal is. Ik had ’s morgens vroeg al een wandeling gedaan door deze stille voorstad, waar af en toe nog een verdwaald boerenhof verraadt dat dit nog niet zo heel erg lang geleden landelijk gebied was. Omdat ik in de namiddag alweer eens geplaagd werd door hoofdpijn, besloot ik tot een dutje dat uiteindelijk geen beterschap bracht. En zo ging onze verjaardag stilletjes en bijna onopgemerkt voorbij.
We zijn het ondertussen gewoon geworden, dit roerloze leven. We vragen ons niet af waar we zullen heengaan, wat we zullen doen of wie we zullen zien. Af en toe laten we iemand binnen in ons huis en ons bestaan, af en toe gaan we op bezoek bij één van onze ouders. Ik maak lasagne of preisoep. Kip met curry als we in een avontuurlijke bui zijn.
Ik kan niet zeggen dat het me stoort, dit rustige kabbelen. We leven in slow motion en toch zal ook dit plots voorbij gevlogen zijn. Op feestjes zullen we zeggen tegen elkaar ‘weet je nog?’ en er zullen stoere verhalen volgen en ongeloofwaardige anekdotes. We zullen merken dat het met de zo geplaagde jeugd van tegenwoordig echt nog wel meevalt en misschien zullen we eindelijk de tijd kunnen nemen om onze doden te herdenken. Om een arm te slaan rond al die mensen die nog steeds last hebben van de ziekte die ze opliepen in plaats van te doen alsof ze niet bestaan.
En ook wij zullen de draad terug oppikken waar ze was gebroken. Onze volgende verjaardag – een decennium! – wordt er opnieuw eentje met toeters, bellen, ballonnen en confetti. Met heerlijkheden en hapjes, met reisjes en baden en massages van kop tot teen. Met veel natte kussen en rozen rood als bloed.
Bestaat Odessa nog? Ja, natuurlijk bestaat Odessa nog, maar ik bedoel de stad die wij planden te bezoeken, een dik jaar geleden. Ik had het hotel al geboekt, een statige plek met veel geschiedenis. Met een pianobar en roodfluwelen zetels in de lobby. We zouden flaneren langs de boulevards en ons vergapen aan de iconische trappen. We zouden ons verbazen over het eten, de mensen, de kunst, de koffie. Vandaag geldt er voor heel Oekraïne een negatief reisverbod. Putin rolt weer eens met zijn spierballen, de Europese Unie legt scherpe verklaringen af. Ook daar kabbelt het leven verder, ook onder deze zon schijnt niets dat nieuw is.
