In de voormiddag heb ik een afspraak met de gynaecoloog, enfin toch met een gynaecologe. Ik heb sinds een paar dagen last van pijn in mijn onderbuik en bij mijn laatste bezoek aan de vrouwendokter een tiental dagen geleden mompelde die iets van een vleesboom. Omdat ik er niet gerust in ben en ook omdat ik binnen een dikke week op reis vertrek heb ik bij de eerste, de beste beschikbare gynaecoloog een afspraak geboekt.
Er woeden online nogal wat discussies over wat een vrouw nu precies is, maar op het moment dat er iets scheelt met je lady parts en je in een wachtkamer zit met een hoop andere vrouwen die zich in een of ander stadium van een zwangerschap bevinden lijkt alvast het biologische aspect van vrouw zijn een vrij uitgemaakte zaak. De huidige mores gebieden mij om er aan toe te voegen dat de biologie in sommige gevallen niet de bijhorende genderidentificatie ondersteunt.
Het is vooral opvallend dat de huidige stijd rond gender en sekse weer eens wordt uitgevochten op het vrouwelijke slagveld. Transmannen bedreigen de mannelijke pikorde niet, een transman die zich in de mannencompetitie wil wagen zal daar weinig potten breken. Een transman die zich in de mannentoiletten begeeft vormt op geen enkel moment een potentiële bedreiging voor de mannen daar aanwezig. Integendeel zelfs, als zijn genderexpressie te veel afwijkt van wat als norm wordt ervaren zal hij eerder zichzelf in gevaar brengen.
Zoals het gaat wordt het debat – als je de verwijten en de kreten die over en weer geslingerd worden zo kunt bestempelen – gevoerd zonder enige vorm van nuance, begrip of wil om de ander te begrijpen. Zelfs vragen om nuance en begrip is al genoeg om in een kamp geduwd te worden. Ook weer niets dat nieuw is.
Uiteindelijk is het verdict dat ik een blaasontsteking heb en dat ik een antibioticakuur moet nemen. Het doembeeld van vleesbomen die operatief verwijderd moeten worden, revalidatie en een reis die in het water valt zeilt weg.
In de namiddag slaap ik weer. Het is het normale verloop van mijn verlof. Mijn lichaam en geest raken geleidelijk gewoon aan het ritme zonder werk, al word ik nog altijd behoorlijk vroeg wakker. Na de middag slaat dan de vermoeidheid toe en kan ik er aan toegeven. Nog een paar dagen en dan zal ik ‘s morgens wellicht langer slapen, en is een middagdutje niet langer nodig.
Aan echt lezen kom ik ook nog niet toe. Ik kijk naar tennis op TV, een spannende match tussen Eubanks en Medvedev. Daarna de documentaire over Wham!, het popfenomeen uit de jaren tachtig. Een mooi tijdsbeeld over de getalenteerde maar getormenteerde George Michael en zijn side-kick Andrew Ridgeley. Tegelijkertijd ook weer een confrontatie met onze eigen heerlijke tienernaïviteit tegenover de meedogenloosheid van de pop-industrie.
George Michael is ondertussen dood en waar Andrew Ridgeley deze dagen uithangt is een mysterie.
