Zaterdag 11 april

Het is vandaag 4 weken dat we in ons kot moeten blijven. Die eerste zaterdag verjaarde ik en om toch nog de schijn op te houden van iets feestelijks gingen mijn lief en ik winkelen in de Cru waar we veel te veel geld betaalden voor lekkere dingen. Zijn kinderen waren er toen nog bij, de regels waren nog niet zo strikt als nu of we wisten het nog niet. Mensen lagen nog uit te kateren van hun lockdownparty omdat ze de lokale horeca wilden steunen of omdat ze simpelweg niet begrepen wat er op hen en ons afkwam.

Vandaag begint het paasweekend en ook ik moet nog boodschappen doen. Ik heb mijn dochter beloofd te barbecueën en te Paasbrunchen, dus ik moet nog wat lekkers in huis halen. Omdat ik de drukte in de supermarkten in de buurt vrees besluit ik naar de chique slagerij te fietsen in het centrum van Gent. De conclusie is dat ook de betere middenklasse nog altijd goed meewerkt aan het bevorderen van de groepsimmuniteit. Wel een mondmaskertje dragen en tegelijkertijd net niet op je schoot kruipen om toch maar te kunnen passeren. Mijn chique vlees zal straks ook nog een mooi gitzwart korstje krijgen op de wegwerpgrill. Zo’n strak plan was het dus ook weer niet helemaal. Maar ondertussen hebben wij toch maar mooi in de tuin gegeten met ons tweetjes.

We laven ons aan de voorjaarszon, tegen onze gewoonte in. De achterbuurman steekt zijn hand op, ik zwaai terug. De kat neemt een stofbad in het mulle zand van de moestuin en gaat zich daarna met veel toewijding en een ernstige blik wassen. Onze mindfulness en zen-momenten, waarbij we volledig opgaan in waar we op dat moment mee bezig zijn dat moeten we zeker van de katten hebben afgekeken. Ik dwaal verder in mijn boek en bevind me voor een korte tijd in de Sovjet-Unie in 1953. De dokter en zijn vrouw groeien uit elkaar en Stalin is gestorven.

Ik laat bloemen bezorgen bij mijn moeder en schoonmoeder. Voor de eerste zomaar (azzomo, zegt mijn zus in de WhatsApp groep), voor de tweede om haar toch wat troost te bieden van op afstand. Haar man in het ziekenhuis mag ze niet bezoeken, haar kinderen en kleinkinderen mogen niet langskomen … Het blijven beenharde tijden, zeker voor wie nood heeft aan gezelschap, een luisterend oor of een warme omhelzing.

Alles bij elkaar vallen er al dagen meer dan 300 doden per dag te betreuren, het blijven hallucinante cijfers. In de deelgemeente waar ik woon werd gisterenavond een café dat stiekem open was gesloten, tien aanwezige klanten beboet. Ik begin verhalen te horen over zwaar getroffen kleine zelfstandigen die liefst ‘zonder factuur’ nog deze maand dringende herstellingen komen uitvoeren. Of anders een factuur volgende maand, want anders kunnen ze natuurlijk niet profiteren van de premie van 4.000 € die ze nu kunnen aanvragen wegens inkomensverlies.

We blijven toch een bende oelewappers zonder weerga.

broken flowers

Plaats een reactie