Het is midden in de nacht en ik word wakker. Kotsmisselijk. Geen flauw idee van het hoe of waarom, ik heb niets raars gegeten en evenmin heb ik onbetamelijke hoeveelheden wijn gedronken. Ik val in de wereld tussen waken en slapen in, vreemde droomflarden, word opnieuw wakker. Kotsmisselijk. Om een uur of 8 sta ik op, neem wat Motilium en ga terug in bed liggen. Echt slapen lukt niet meer en uiteindelijk sta ik dan maar op, voor echt deze keer.
Mijn lief gaat fietsen, hij heeft een rit gepland van een dikke honderd kilometer. Eerst verorbert hij nog een dikke lasagne, zodat hij straks niet van zijn fiets valt van de honger. Terwijl ik me nog altijd zo mottig voel als een krab ruim ik wat op, dweil de keuken en de gang. Ik maak mijn bureautje leeg, want mijn lief heeft onlangs alle rekeningen die er al maanden op lagen te wachten betaald. Ik haal papieren van jaren ver weg, herschik de boeken, doe het stof af. Ik prik een exemplaar van de uitnodiging voor onze trouw op 18 april aan de muur. Als mijn lief terug is, hebben we het er nog even over. Of de nieuwe datum van 17 juli zal kunnen doorgaan is nog een raadsel. Misschien moeten we er een klein tuinfeest van maken? En wat met onze week Frankrijk? Macron heeft gezegd dat Frankrijk deze zomer voor de Fransen zal zijn, wat ons veroordeelt tot België aan de Belgen. Misschien moeten we op citytrip, zegt mijn lief. Waar naartoe, vraag ik? Het zal overal druk zijn en ik heb niet echt zin om tussen massa’s mensen te zitten met precies hetzelfde idee als wij. Ik weet niet, zegt hij. Naar Diksmuide of zo. Ik rol met mijn ogen.
Mijn tante belt. Ze gaan fietsen in de buurt en wil even dag komen zeggen aan de deur. Ik ben in mijn kot, antwoord ik. We slaan een praatje en ik krijg aspergesoep. De haardos van mijn nonkel begint epische proporties aan te nemen. Mijn wenkbrauwen trouwens ook. Later die middag komt ook mijn nicht nog eens langs, beladen met cadeautjes die jammer genoeg niet voor mij zijn. ’s Avonds belt mijn vader nog om te vragen hoe het gaat. Hij fietst ook regelmatig, deed eerder deze week een rit van bijna 70 kilometer. Ik ben blij dat hij terug fit en gezond is.
Na het avondeten kijken we naar de laatste afleveringen van Tsjernobil. Eindelijk komen we te weten hoe het komt dat de kerncentrale is ontploft. De uitleg is zo glashelder dat ik me zelf even een gediplomeerde kernfysicus waan. Op de finale aftiteling wordt Gorbatsjov geciteerd die in zijn memoires heeft geschreven dat de kernramp misschien wel het echte begin van de ineenstorting van de Sovjet-Unie betekende. Ik weet niet of dat klopt, maar wat de fictieve ontrafeling binnen de historische krijtlijnen wel aantoont is de verregaande sclerose en decadentie van het systeem van partijvriendjes en productiequota.
Er werden briljante wetenschappers opgeleid die vervolgens tot middelmatigheid gedwongen werden door stupide partijbonzen die blind directieven en procedures moesten volgen, een verstikkende omgeving die elke vrije gedachte kooit en een compleet gebrek aan degelijk materiaal. Wie denkt dat dit enkel voorkomt in dat soort systemen heeft nooit gewerkt in een gemiddelde Vlaamse KMO waar mensen moeten werken naar domme ‘targets’ en waar de CEO of de managing director zich omringt met een deel jaknikkers en hielenlikkers.
