Boris – de brutale kat van de buren – is stiekem binnengeslopen en heeft op het aanrecht iets geroken of gezien dat hem interesseert en waagt zijn kans. Ik word brutaal gewekt door het gekletter van servies op de grond. Mijn eigen kat zit er ook wat verdwaasd op te kijken, ondertussen jaag ik de boosdoener terug naar buiten. Het is kwart over vijf en de dag is begonnen.
Voor het eerst in een paar weken heb ik terug een online vergadering, dus ik moet zorgen dat mijn haar wat gekamd is. De tweede zit komt dichter, het volgende academiejaar ook, en dat betekent dat ik een flink stuk van mijn tijd besteed aan antwoorden op vragen formuleren via mail. Mits enig nadenken of een kleine zoekopdracht had men het antwoord zelf ook gevonden, maar als mensen zelf hun verstand zouden gebruiken dan had ik geen werk meer dus ik heb er vrede mee. Ik vermoed dat deze observatie geldt voor ongeveer 50% van de actieve bevolking, dus ik hoef me niet alleen te voelen.
’s Avonds heb ik afgesproken met vrienden om te gaan eten, maar na een paar honderd meter met de fiets plenst eindelijk die verlossende regenbui uit de hemel. Ik schuil gelaten in een bushokje, onze dinnerdate valt in het water. Ik vind het niet erg, er komt wel een andere keer en de verkoeling is meer dan welkom. Tussen twee plensbuien in fiets ik terug naar huis, tot hilariteit van mijn buren die me nog geen kwartier geleden zagen vertrekken. Zij hebben er een kleine partytent bijgehaald om hun dagelijkse aperitiefuurtje te kunnen voortzetten. Er is wat gerommel en gedonder in de verte, mijn poes komt voor de zekerheid maar binnen. Plots kleurt de lucht geel en goud, het is een prachtig zicht dat onmogelijk op foto te vangen is.
Later op de avond kijk ik naar “Secrets & Lies”, een film van Mike Leigh. Gemaakt in 1996, dus er is nog een mobiele telefoon of internet te bespeuren. Wat me ook opvalt is hoe heerlijk ongecompliceerd de rassenverhoudingen in beeld gebracht worden. Een zwarte jonge vrouw gaat na de dood van haar adoptiemoeder op zoek naar haar biologische moeder. Dat blijkt een emotioneel labiele witte arbeidster te zijn, die zich in eerste instantie zelfs niet herinnert dat ze ooit met een zwarte man geslapen heeft. Het is slechts het eerste pijnlijke en bitterzoete moment van een hele reeks. Zoals Tolstoj het ooit verwoordde: “Alle gelukkige gezinnen lijken op elkaar, elk ongelukkig gezin is ongelukkig op zijn eigen wijze.”
Dat Hortense – de zwarte adoptiedochter dus – de onverstoorbare rots in de branding is zou nu wellicht op allerlei manieren en onder invloed van de ‘critical race theory’ kapot geanalyseerd worden, maar in “Secrets & Lies” is ras nog niet het alfa en het omega zoals dat vandaag wel het geval is. In goeie Britse traditie is dit veel meer een portret van de diversiteit aan klasse, zoals we dat ook van iemand als Loach gewend zijn.
