Afgelopen nacht vroeg ik in bed aan mijn man hoe lang die tumor al in zijn hoofd groeide? ‘Wel’, zei hij met de precisie van een ingenieur, ‘zo’n tumor groeit aan een maximale snelheid van 0,2 millimeter per jaar, dus pakweg 35 jaar.’ We mijmerden nog even verder over waarom geen enkele dokter in al die decennia ooit had opgemerkt dat er in het hoofd van mijn man iets groeide dat daar niet hoorde. Hij heeft het zelf ook nooit gevoeld, dat onder zijn schedel een ongewenst embryo cel per cel aandikte. Tot er op een vrijdagavond in december van wat sowieso een rampjaar was op de spoedafdeling plots een tumor van niet minder dan 7 centimeter werd aangetroffen.
Paniek natuurlijk.
Sinds die avond proberen we te wennen aan die nieuwe realiteit, hij en ik en ook de mensen die ons omringen. Elk doktersbezoek voelt als een examen waarvoor je te weinig hebt gestudeerd, je schijt net niet in je broek van de zenuwen. Ik beleefde de langste dag van mijn leven toen mijn man op de operatietafel lag, vele uren lang. ’s Avonds laat pas de vermoeide chirurg aan de lijn die me wist te vertellen dat er geen verschijnselen van verlamming waren maar dat hij helaas niet de hele tumor had kunnen verwijderen. Binnenkort volgt er dus nog een operatie.
Morgen mogen we hopelijk eindelijk weten wat het precies is dat daar in zijn bovenkamer groeit, welk weefsel daar woekert, al ben ik ondertussen ook al wel voorbereid op meer zuchten en schouders ophalen om te zeggen dat ze het eigenlijk niet weten. Het is eigenlijk verbazingwekkend wat de wondermannen en vrouwen van de geneeskunst kunnen en weten en hoe zeer ze tegelijkertijd in het duister tasten. We zullen nooit met zekerheid weten wanneer dat ding daar is beginnen groeien en we zullen nooit weten waarom en hoe precies.
Op 21 december dansten Jupiter en Saturnus een innige tango aan de hemel. Hier niet te zien, want dit is het seizoen van sombere wolken en grijze regen, maar deze twee planetaire grootheden naderden elkaar tot ze kushandjes konden werpen. Het is verleidelijk om in de conjunctie van 2 tegengestelde principes – die elke 20 jaar voorkomt – een kosmische boodschap te lezen. Het heet het einde van een tijdperk te zijn, een breuk met het oude en de komst van het nieuwe. Zoals we elk jaar het oude uitwuiven en het nieuwe jaar vol vreugde en ongefundeerd optimisme begroeten. Zoals we in de geboorte van elk kind een fonkelnieuw begin zien, dat de hoop in zich draagt van genialiteit en uitzonderlijke prestaties die de mensheid ten goede zullen komen.
Saturnus breekt af en werpt ons terug op ons naakte zelf, Jupiter zorgt voor ongebreidelde overvloed. Saturnus is streng, ascetisch, mager, angstig en beducht voor wat gaat komen. Houdt vast aan regels en wetten en tradities. Maakt ziek.
Jupiter zorgt voor genezing en mirakels. Is gul en strooit met geluk alsof er nooit een tekort zal zijn.
