De vakantie is halverwege en het ziet er naar uit dat ik deze dag voor mezelf kan houden. Er zijn geen brandjes te blussen die ontstonden door nalatige collega’s. Ik hoef niet te moederen, te poetsen, op te ruimen, weg te gaan. De boodschappen zijn gedaan en het huis heeft een relatieve staat van zen bereikt. Enkel de kat heeft me nodig vandaag, en dan nog.
Vandaag ben ik vroeg wakker en ook nog eens relatief goed uitgeslapen. In De Morgen lees ik de gerecycleerde column van Arnon Grunberg. Als romancier heeft hij voor mij al een tijdje veel pluimen verloren, als observator van het leven in columns, cursiefjes en artikelen hou ik nog steeds van hem. Ook door zijn leven loopt het hedendaagse schisma en moet hij zich afvragen hoe hij daarmee omgaat. Er is een generatie opgestaan die zich vrijheidsstrijders noemt, zoals Don Quichotte dat ook was. Willekeurig verbinden ze punten op hun landkaart van verbeelding en eigenen ze zichzelf een heldenrol toe in een eeuwenoud verhaal van goed tegen kwaad. Hun tegenstander is een overheid die bevolkt wordt door pedofielen, een boosaardige filantroop, een elite zonder gezicht, de leugenachtige media, een concern van holdings en multinationals op zoek naar werelddominantie. Misschien willen ‘ze’ niet dat het stopt. We worden volgzaam en mak gemaakt, we worden gemanipuleerd, bedrogen, belogen waar we bij staan.
Het kon de plot zijn van een simpel avonturenverhaal.
YouTube is de kansel van waarop valse profeten hun onheilsleer verspreiden. Geslepen sofisten weven een fabeltjesfuik waaruit het moeilijk ontsnappen is. Eens je de eerste horde hebt genomen is er vaak geen weg meer terug roetsj je verder het wormgat in.
Vanop de oever der redelijkheid kun je de mensen niet redden en het verdrinken gaat zoals ze zeggen: iemand komt nog boven, 1 keer, 2 keer, 3 keer en blijft dan definitief onder. Wat zeg je tegen iemand die overal een teken in ziet, bewijs vindt waar er geen is en die niet meer wijs raakt uit een kluwen aan redeneringen waar ergens een vage grond van waarheid in zit maar waar de som der delen een gigantische misvatting is? Ik weet het niet. Ik kan het ook niet, aan mij is geen groot pedagoog verloren gegaan. Snel, veel te snel, verlies ik mijn geduld en het enige dat me rest is zwijgen of exploderen.
Ik troost mezelf met de gedachte dat de aarde ook nu gestaag wentelt om haar as, dat de tijd verstrijkt en er aan de einder land opduikt. Dat er genoeg mensen zullen zijn die de weg uit het woud zullen terugvinden en dat we weer als broeders zullen kunnen zijn. Dat we opnieuw zullen lachen en we stoere verhalen kunnen vertellen over wat we deden of niet het afgelopen jaar. Dat onze wonden zullen helen, dat onze eenzaamheid zal oplossen en dat we niets zullen geleerd hebben. Dat we terug als mieren zullen krioelen, overal. Dat alles of toch bijna zal zijn zoals voorheen, omdat we nu eenmaal zijn wie we zijn.
