27 maal

27 maal. Zoveel keer moet mijn man bestraald worden, na de zomer. Zeventwintig is een raar getal. Intuïtief zou je denken dat het een eenzaam priemgetal is, maar het is het drievoud van negen. En dat is op zichzelf al een drievoud van drie. In de getallenleer vindt men daar vast iets van.

Van die zeventwintig bestralingen zijn er vijfentwintig ‘gewone’ dosissen en op het einde nog eens twee megadosissen. Nuke the motherfucker naar de hel en verder.

Op de MRI-scan die een paar weken geleden werd genomen van zijn hoofd en vooral van wat daarin zit was te zien hoe dat restant van die tumor die er nog ziet op zijn gemakje terug was beginnen groeien. De volle twee millimeter sinds de vorige controle. De neurochirurg wilde al direct zijn scalpel en boor bovenhalen om nog eens te opereren. Daar bedankte mijn man voorlopig feestelijk voor. Hoe zou je zelf zijn?

Maar er moest natuurlijk wel iets gebeuren en dus mochten we op bezoek bij de radioloog. Twee zelfs, voor de prijs van een. Dat laatste klopt natuurlijk niet, want het zal ongetwijfeld twee voor de prijs van tweeënhalf zijn, want een ervan was een vrouw.

Geen een van de twee kon er mee lachen, want – zo benadrukten ze nog eens – opereren is in zo’n geval toch eigenlijk wel nog altijd de eerste optie. Maar mijnheer is natuurlijk zelf de baas, niet waar? Dus zullen we toch eerst proberen om de activiteit stil te leggen door middel van een reeks goedgemikte Gray-stralen, recht op zijn hoofd.

Gelukkig mogen we nog wachten tot na de zomer en kunnen we eerst nog een week of drie op reis.

Het zal nodig zijn.

Plaats een reactie