Knipsels

Ik lees een Humo-interview met Saskia Decoster, naar aanleiding van haar nieuwste boek. Ik heb blijkbaar nogal wat controverse gemist rond haar persoon. Haar relatie met Nina Weijers, nu mevrouw Arnon Grünberg en de fall-out daarvan. Haar eerdere breuk met de vrouw met wie ze jarenlang samen was en die ze opblies voor een affaire die – verrassing – niet zolang duurde. Daarna moest vaststellen dat ze alle bruggen had verbrand en dat er geen weg terug was. Het levert blijkbaar nogal wat schrijfmateriaal op. Misschien moet ik nog maar eens iets van haar lezen als ik ooit uit mijn non-fictie periode geraak.

In hetzelfde Humo-interview zegt ze ook nog dat ze in psychoanalyse is en de uitleg die ze daarvoor geeft laat me nog eens besluiten dat het een fijne hobby is voor mensen die zichzelf graag horen praten en waarmee er verder niet echt iets mis mee is. Ik maak veel mensen kwaad met deze observatie, blijkbaar. De menselijke geest moet onontdekt gebied blijven, waar geen enkele wetmatigheid mag heersen en die ons uniek maakt. Het ergste dat ons kan overkomen is dat we gelijken op een ander, dat we reageren zoals anderen ook zouden doen.

Mijn moeder heeft me een doos exemplaren van het NWT (Nieuw Wereld Tijdschrift) cadeau gedaan. Ik lees het derde nummer uit 1997. Een essay van E.L. Doctorow, ‘Valse Documenten’ over de plaats van fictie en non-fictie in de wereld. Een aantal mooie citaten wil ik jullie niet onthouden.

Maar wij leven nu eenmaal in een industriële wereld die haar vooruitgang dankt aan de wetenschap en bestaat bij de gratie van empirisch denken en nauwkeurig rekenen. Zo’n maatschappij ziet taal in de eerste plaats als een middel om feiten mee te delen. De taal wordt beschouwd als een vermogen van de feiten zelf: hun vermogen om te overtuigen. Wij leren dat feiten iets anders zijn dan gevoelens; gevoel is wat we onszelf mogen toestaan bij wijze van rust en ontspanning als de feiten ons te veel worden.”

Ik heb hier weinig aan toe te voegen, behalve dan dat feiten zeer sterke gevoelens kunnen oproepen en dat nauwkeurig rekenen en zorgvuldig nadenken nog altijd niet betekenen dat we de feitelijke wereld helemaal kunnen kennen. Dat wordt iets verder ook beaamd door Doctorow. Hij verwoordt het zo: “Wat wij tot de ons bekende feitelijke wereld hebben uitgeroepen, kan ook anders worden begrepen: als ons eigen schilderij, een dubieuze afbeelding; het culturele museum van onze waarden, dogma’s, veronderstellingen, (…).

De wetenschap dus dat we feiten interpreteren op een manier die neutraal noch objectief is, maar steeds gekleurd is door onze tijdsgeest en onze plaats in de wereld. Dat betekent niet dat feiten geen droge feiten kunnen zijn. Alleen verschilt onze omgang ermee nogal eens naargelang onze positie in tijd en ruimte.

Verder heeft hij het ook over de kracht van verhalen. Eén van de beste pleidooien die ik ooit las om literatuur de plek te geven die ze verdient. ‘In een ver verleden kreeg de verhalenverteller een plaats bij het vuur omdat het verhaal dat hij vertelde, de krachten beschreef waaraan zijn luisteraars onderworpen en hen toonde hoe daar het best mee konden leven. De literatuur was even waardevol als een knots of een scherp geslepen stuk bot. Zij verbond het heten met het verleden, het zichtbare met het onzichtbare; ze droeg bij tot het ontstaan van het soort gemeenschap dat noodzakelijk was om het leven in stand te houden.”

Dit betekent natuurlijk ook dat de literatuur of de verhalen die verteld werden het particuliere moesten overstijgen om een dergelijke functie te kunnen opnemen. De grote thema’s vertellen op zo’n manier dat het de lezer of de toehoorder toelaat deze te vertalen naar het eigen leven. In dit tijdsbestek merk ik nogal de neiging op om literatuur te gaan opdelen: dit is literatuur voor jonge adolescenten, dit is literatuur voor de LGBTQIA+gemeenschap, dit is literatuur voor mensen met een migratieachtergrond, voor West-Vlamingen, voor mannen van een bepaalde leeftijd. Mijn aversie voor de categorie Young Adult is groot. Behalve plat commercieel gewin is er geen enkele reden om jongeren later dan vroeger kennis te maken met ‘volwassen’ literatuur eens ze de jeugdliteratuur ontgroeid zijn. Door ze een Peter Pan-categorie aan te bieden ontnemen we hen een belangrijke stap naar zelfstandigheid en mentale maturiteit. (Soms ben ik een boomer in het diepst van mijn gedachten).

Doctorow doet ook een oproep tot meerstemmigheid in de literatuur en bij uitbreiding de geschiedschrijving. In 1997 was het NWT al ‘woke’ voor dat een woord werd. ‘We kennen allemaal voorbeelden van onbestaande geschiedenis. Vroeger lachten we om de Russen, die in hun encyclopedieën alle belangrijk industriële ontdekkingen aan zichzelf toeschreven. (…) We waren naïef: in onze eigen geschieden, in de boeken die we op school en op de universiteit gebruikten, was precies hetzelfde gebeurd. Afro-Amerikanen, allochtone Amerikanen, Chinezen – hele volkstammen hebben in dit land geleefd en zijn er gestorven, zonder veel sporen in onze geschiedschrijving achter te laten.”

Zo is het maar net, en het lijkt alsof we vandaag nog altijd worstelen om vrouwen, verzetshelden, Congolezen, arbeiders en boeren, en alle anderen hun rechtmatige plek in onze geschiedschrijving te geven.

One thought on “Knipsels

Geef een reactie op uvi een roerloze reiziger x