4000 weken

Er zijn weinig thema’s waarover filosofen zich meer over hebben gebogen dan het concept tijd. Aristoteles was er al mee bezig en Augustinus is met zijn associaties en herinneringen aan zijn jeugd de voorvader van Proust en zijn madeleinekes te noemen. Ook de moderne mens – wij plegen ons toch moderne mensen te noemen, is het niet? – probeert nog altijd heer en meester te worden over zijn tijd. En we mislukken daarin deerlijk, want er is geen moderne mens die zich niet beklaagt over het gebrek eraan. Wie van ons kent niet de worsteling om kleine kinderen op tijd aangekleed en gewassen te krijgen zodat ze naar school kunnen worden gebracht? Of de verbouwingen die steeds weer lijken uit te lopen op een eindeloze strijd met aannemers, loodgieters, elektriciens en dakwerkers die elke vorm van planning tot een hopeloze brij lijken te herleiden. Het gedoe om met vrienden of familie af te spreken, maar gelukkig heeft iedereen nog een uur of drie vrij ergens in het volgende semester. Tijd lijkt ons als water door de vingers te glippen en waar de zomers in onze jeugd eindeloos leken te duren, stuiven onze vakantieweken voorbij als Max Verstappen op weg naar een nieuwe wereldtitel.

Gelukkig zijn er mensen die kaas hebben gegeten van ‘time management’ en die ons het geheim tot een maagdelijk blanke agenda kunnen vertellen en die weten hoe je dat nu doet: op wonderbaarlijke wijze meer uren in de dagen toveren. Alleen is ook dit een fabeltje en is er iemand als Oliver Burkeman die in zijn boek ‘Four Thousand Weeks’ komaf maakt met de gebakken lucht die de time management goeroes verkopen. 4000 weken, dat is hoe lang een gemiddeld mensenleven duurt. Het klinkt ontstellend kort, en dat is het ook. Het leven is maar een flits tussen twee eeuwigheden duisternis, zo wist Nabokov ons al te vertellen. Het komt er dus op aan om die 4000 weken wijs te gebruiken. Wie wil weten hoe, kan dus bij Burkeman en zijn boek terecht, als is het niet op de manier die je er van zou verwachten. In zijn inleiding schrijft hij:

Arguably, time management is all life is. Yet the modern discipline known als time management – like its hipper cousin productivity – is a depressingly narrow-minded affair, focused on how to crank through as many work tasks as possible, or on devising the perfect morning routing, or on cooking all your dinners for the week in one big batch on Sunday. (…) The world is bursting with wonder, and yet it’s the rare productivity guru who seems to have considered that the ultimate point of all our frenetic doing might be to experience more of that wonder.

En zo is de toon gezet. Aan de hand van talloze voorbeelden, maar ook door filosofische inzichten aan te reiken confronteert Burkeman ons met onze eindigheid. Dat klinkt behoorlijk pessimistisch, maar dat is het absoluut niet. 4000 weeks is een dringend pleidooi om ons bezig te houden met de zaken waar we blij van worden, zonder dat hij uit het oog verliest dat een groot deel van ons leven bestaat uit banale bezigheden. De afwas, onze administratie opvolgen, naar het werk pendelen. Hij laat je er in zijn boek bij stilstaan dat je nooit, echt helemaal nooit je hele takenlijst zult kunnen afwerken. Zodra je het ene hebt volbracht, dient zich alweer het volgende aan. Dat kan gaan van de e-mails op het werk tot de zaken die je in je persoonlijke leven moet regelen. Je abonnement op de krant opzeggen. Een saaie subsidieaanvraag invullen. Een afspraak regelen bij de tandarts. Op de één of andere manier leven we allemaal (enfin, jullie misschien niet, maar het was voor mij wel heel herkenbaar) in de kinderlijke illusie dat we ooit, ergens in de toekomst ‘vrij’ zullen zijn. Dat er een magisch moment zal komen – als we groot zijn, als we dichter bij huis kunnen werken, als de kinderen het huis uit zijn, als we met pensioen kunnen gaan – waarop het leven niet meer grotendeels zal bestaan uit geregel en gedoe. Dàt zal het ogenblik zijn waarop we aan al onze gedroomde levens zullen kunnen beginnen, dàn maken we werk van alles wat we tot nu toe hebben uitgesteld en opzij geschoven. Alleen bestaat dat moment niet. Als we niet zeer helder de keuze maken om ons project aan te vangen én ons dan ook tegelijkertijd zeer bewust zijn van alles wat we daarvoor opzij moeten schuiven, blijven we leven in die futuristische fantasie.

4000 weken, soms minder, soms meer, maar dat is wat we hebben. En alles wat we doen lijkt meer tijd in beslag te nemen dan we hadden ingeschat. Wie zich dat kan realiseren, die weet wat hem of haar te doen staat.

1 thoughts on “4000 weken

  1. Pingback: Groetjes uit het multiversum (vangst #156) – Aanlegplaats

Plaats een reactie